In de palliatieve terminale zorg zijn vele duizenden vrijwilligers actief. De coördinatoren van deze vrijwilligers vormen een belangrijke schakel tussen de professionele zorg en die van de vrijwilligers. Zij hebben een ingewikkelde taak, maar kunnen deze over het algemeen goed aan.
In de palliatieve terminale zorg zijn vele duizenden vrijwilligers actief. De coördinatoren van deze vrijwilligers vormen een belangrijke schakel tussen de professionele zorg en die van de vrijwilligers. Zij hebben een ingewikkelde taak, maar kunnen deze over het algemeen goed aan. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Kwaliteit van de vrijwillige palliatieve terminale zorg: de coördinator in beeld’, uitgevoerd door onderzoeker Ben Vruggink en hoogleraar Gaby Jacobs van de Universiteit voor Humanistiek in opdracht van VPTZ Nederland en met subsidie van Roparun.
In het onderzoek brengen Ben Vruggink en Gaby Jacobs in beeld wat coördinatoren in de palliatieve terminale zorg door vrijwilligers zien als goede zorg, welke knelpunten ze daarbij in hun werk ervaren en hoe ze daarmee omgaan. Zij verrichtten hun onderzoek onder ruim 160 coördinatoren die werken in hospices, Bijna-Thuis-Huizen, palliatieve units en thuisorganisaties. Ze organiseerden twee focusgroepen, namen vragenlijsten af en hielden 20 diepte-interviews.
Lastige situaties
De coördinator heeft twee hoofdtaken: begeleiding van vrijwilligers en de afstemming met de professionele zorg. Uit het onderzoek kwamen tal van lastige situaties naar boven. Zo krijgen coördinatoren te maken met grensoverschrijdend gedrag door vrijwilligers of door cliënten/naasten, zoals vrijwilligers die een vriendschapsband zoeken. Ook ervaren ze dat de zorgzwaarte de afgelopen jaren is toegenomen, zoals ook al uit eerder onderzoek van Movisie is gebleken. Ook is er regelmatig sprake van communicatieproblemen en onduidelijkheid over verantwoordelijkheden in de relatie met de professionele zorg. Tot slot bleek de coronacrisis het binden van vrijwilligers te bemoeilijken.
Casuïstiekbundel
Opvallend is dat de coördinatoren goed met deze lastige situaties weten om te gaan. Hun belangrijkste strategie is het bespreken van de problemen, ofwel met de betrokkenen, of zij raadplegen een collega als sparringpartner. Gaby Jacobs: “De coördinatoren zijn ervaren ‘rotten in het vak’, vaak zelf met een verpleegkundige achtergrond, die zich bovendien aangetrokken voelen tot deze veelzijdige en uitdagende functie.”
Ze vervolgt: “Er ligt nu niet alleen een onderzoeksrapport, want we wilden ook iets maken dat andere of toekomstige coördinatoren kan helpen in het bieden van goede vrijwillige zorg. Dit is een casuïstiekbundel geworden die kan worden gebruikt in scholingen en cursussen voor coördinatoren, maar ook voor vrijwilligers en professionele zorgverleners.” VPTZ Nederland neemt de bundel op als instrument in het kwaliteitskompas en gebruikt hem binnen de Academie.
Download rapport
Download casuïstiekbundel